Contact|

Jaarcongres Participatie en Herstel | De toekomst is nu


14 december 2023 | De Meervaart Amsterdam

3. What’s in a name? Een zoektocht naar de samenwerking van professionals en naasten.

Henk-Willem Klaassen, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, BuurtzorgT, auteur van het boek “Bondgenoten, hoe familieleden en hulpverleners in de psychiatrie kunnen samenwerken” en trainer voor ggz teams om die samenwerking in de praktijk vorm te geven.
Ellen Witteveen, MaSW, docent Social work, onderzoeker en programmaleider bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie, lectoraat Participatie Zorg en Ondersteuning, Hogeschool Utrecht. De programmalijn Zorg in Balans richt zich op mensen met cognitieve beperkingen (dementie, LVB en NAH) en hun langdurende ondersteuningsvragen in relatie tot informele zorg

Werkvorm: In de workshop die Ellen en Henk-Willem geven willen zij met het publiek stilstaan bij bovenstaande vragen. Hun doel is dat de aanwezigen verder nadenken over hun rol en hoe zij die als hulpverlener of als naaste willen invullen of voortzetten. Geen power point, wel een inleidend filmpje waarin onderstaande vragen in beelden wordt aangeboden.
Leerdoelen: De sprekers hopen op een boeiende workshop waarin zij de deelnemers uitdagen om te praten, kijken, horen, voelen en ervaren in hoeverre de samenwerking tussen naasten en hulpverleners tot nieuwe inzichten kan leiden. 
Doelgroep: Iedereen die te maken krijgt met het netwerk van mensen in behandeling, begeleiding, coaching of re-integratie.
Leeftijdscategorie: Alle leeftijden.

Of de hoofdpersoon nu een hersenletsel heeft, dementie, baarmoederkanker, een depressie of een psychose, in alle situaties is het voor de hoofdpersoon en voor zijn herstelproces van belang dat hij kan terugvallen op de steun, liefde en samenwerking met zijn naasten. De ambulante hulpverlener is slechts een hele kleine spil in het behandeltraject, de intramurale hulpverlener heeft een grotere rol, de casemanager overziet het hele systeem. Maar hoe verstaan zij zich tot de naasten?
Welke rol en positie heeft die naaste in het behandel en begeleidingstraject? Een subrol of de hoofdrol?
Welke rol heeft de hulpverlener? Is het contact afhankelijk van wanneer de hulpverlener de naasten betrekt?
Welke positie hebben beiden als het contact is gelegd? Hoe verloopt de samenwerking?
Maar ook: hoeveel zicht is er op de energie van de mantelzorger om de zorgtaak te (blijven) verlenen?